Koers : Bulletin for Christian Scholarship (Mar 1964)

De zin van het economische opnieuw beschouwd

  • T. P. van der Kooy

DOI
https://doi.org/10.4102/koers.v32i1.1397
Journal volume & issue
Vol. 32, no. 1

Abstract

Read online

In 1950 heb ik het hoogleraarschap in de economie aan de juridische faculteit der Vrije Universiteit te Amsterdam aanvaard m et een rede over de zin van het economische. Sinds- dien heeft dit centiaal m elhodologisch vraagstuk van de we- tenschap der economie mij ook verder bezig gehouden. Het is voor een economist een m oeilijk vraagstuk, om dat het tevens een wijsgerig vraagstuk is. Over het algemeen vindt de econo­ m ist daarover weinig in de filosofische liLeratuur. Dit is zeer begrijpelijk, w ant wijsgeren kunnen op zijn best m aar heel sum m ier kennis nem en van wat er in de vakw etenschappen omgaat, terw ijl zij, voor zover mij bekend, in den regel slechts weinig belangstelling voor de economie aan den dag leggen. Omgekeerd zijn econom islen m eestal niet bijzonder filosofisch aangelegd, en hebben zij de handen vol om de storm achtige ontwikkeling van liun eigen literatuur enigzins bij te houden afgezien nog van het l'eit dat zij in den regel vele praktischc beslom m eringen hebben, ten gevolge waarvan zij zich niet ongestoord aan de studie kunnen wijden. Van een behoorlijk sam enspel tussen filosolen en economislen komt over het ge- heel ook niet veel terecht. Wat de wijsgerige kant van m ijn overpeizingen betreft, ben ik dus door de nood gedwongen slechts am ateur. Ik kom daar gaarne voor uit, en ik ben steeds bereid te zwichten voor het beter oordeel der wijsgeren, m its ik dat kan vatten, en in m ijn eigen w erk daar iets mee uit kan richten. Men behoeft nog geen door de wol geverfd prag­ m atist of operationalist te zijn om te weten dat ieder werk zijn eigen eisen stelt.