Bulletin KNOB (Dec 2020)

Vorm en context

  • Noor Mens

DOI
https://doi.org/10.48003/knob.119.2020.4.704

Abstract

Read online

Bij de waardebepaling van erfgoed speelt het begrip authenticiteit een centrale rol. Dit artikel toont aan dat dit begrip moeilijk hanteerbaar is bij jongere bouwkunst, zeker als het wordt gekoppeld aan de oorspronkelijke materialisering. Vooral als authenticiteit een voorwaarde is om een object of gebied te behouden, kan de manier waarop dit gewoonlijk wordt getoetst problemen opleveren. Anders dan men zou verwachten, is bij jonge monumenten met een moderne signatuur het behoud van de oorspronkelijke materialen problematischer dan bij oude architectuur. Dat heeft verschillende redenen. Een ervan is de ambitie van de Moderne Beweging om gebruik te maken van experimentele bouwmethoden en nieuwe materialen. Vaak blijken die de tand des tijds niet te kunnen doorstaan. Daarnaast is het moeilijk, zo niet onmogelijk, om dergelijke experimentele materialen te behouden wanneer een gebouw moet voldoen aan hedendaagse eisen, bijvoorbeeld op het gebied van energiezuinigheid. Dat werpt de vraag op of het vervangen van authentieke bouwmaterialen bij restauraties en renovaties ten koste gaat van de erfgoedwaarden. Aan de hand van voorbeelden in Amsterdam en Rotterdam wordt aangetoond dat dit niet altijd het geval hoeft te zijn.