MAB (Jun 2012)

Kanttekeningen bij de RJ- en IASB-voorschriften inzake de waardering van ‘zekere’ latente belastingvorderingen

  • Peter Epe,
  • Henk Langendijk

DOI
https://doi.org/10.5117/mab.86.17810
Journal volume & issue
Vol. 86, no. 6
pp. 235 – 242

Abstract

Read online Read online Read online

De verwerking van winstbelasting in de (bedrijfseconomische, ook wel genoemd: vennootschappelijke of commerciële) jaarrekening is een technisch lastig en gecompliceerd vraagstuk. Belangrijk probleempunt bij deze verwerking is de waardering van de door de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) genoemde balanspost Latente belastingvorderingen. De International Accounting Standards Board (IASB) noemt deze balanspost Deferred tax assets. Wij willen in dit artikel stilstaan bij de waardering van deze post door na te gaan in hoeverre deze latente belastingvorderingen met zekerheid (dat wil zeggen zonder dat toekomstige fiscale winst nodig is) zullen worden verrekend. Ons inziens komen in de huidige RJ- en IASB-voorschriften de situaties, waarin latente belastingvorderingen met zekerheid zullen worden verrekend, in onvoldoende mate tot uiting. De voorschriften van de RJ en de IASB zijn ons inziens te veel gebaseerd op situaties van onzekerheid. Voor zover de voorschriften van de RJ en de IASB betrekking hebben op zekere situaties, dekken de voorschriften ons inziens de lading niet volledig, met als gevolg dat zij voor de praktijk van de jaarverslaggeving onvoldoende houvast bieden voor de waardering van latente belastingvorderingen. Wij bepleiten dan ook de geldende RJ- en IASB-voorschriften ter zake aan te passen.