Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie (Jun 2008)

Huisartsgeneeskundige zorg in het verzorgingshuis

  • E. de Lange,
  • W. J. van der Veen,
  • G. Th. van der Werf

DOI
https://doi.org/10.1007/BF03078136
Journal volume & issue
no. 3

Abstract

Read online

Een deel van de Nederlandse huisartsenzorg bestaat uit zorg voor ouderen in verzorgingshuizen. We vergelijken de huisartsenzorg aan patiënten in deze verzorgingshuizen met die aan leeftijdsgenoten die zelfstandig, buiten het verzorgingshuis, wonen. Omdat mensen langer zelfstandig wonen en de indicatiestelling voor plaatsing in een verzorgingshuis op basis van slecht functioneren in ADL gebeurt, verwachtten we een groep ouderen te vinden in het verzorgingshuis die meer complexe zorg behoeft van de huisarts. Het onderzoek is een ‘matched case-control’-studie in 3 Nederlandse huisartspraktijken in de periode 1/1/1998 tot 1/7/2004. De belangrijkste resultaten zijn dat de prevalentie van cognitieve problemen twee keer zo hoog en de prevalentie van depressie drie keer zo hoog is in de groep verzorgingshuisbewoners vergeleken met hun zelfstandig wonende leeftijdsgenoten. Problemen van het bewegingsapparaat worden ook veel gezien in de verzorgingshuizen. Chronische longproblemen, hart- en vaatziekten (excl. CVA) en urineweginfecties komen meer voor, maar CVA, diabetes en kanker komen juist evenveel voor binnen en buiten het verzorgingshuis. Geïnstitutionaliseerde ouderen gebruiken gemiddeld meer medicamenten tegelijkertijd. De conclusie is dat de huisarts in het verzorgingshuis te maken heeft met een specifieke kwetsbare groep ouderen waarbij de zorg niet beperkt is tot de behandeling van chronische aandoeningen, maar meer gericht is op het complexe samenspel van ziekte, afnemende functionele en cognitieve status en het levensperspectief van kwetsbare ouderen in het verzorgingshuis.

Keywords