BMGN: Low Countries Historical Review (Mar 2024)

(Fe)male Voices on Stage

  • Marly Terwisscha van Scheltinga,
  • Sara Budts,
  • Jeroen Puttevils

DOI
https://doi.org/10.51769/bmgn-lchr.13872
Journal volume & issue
Vol. 139, no. 1

Abstract

Read online

Dit artikel onderzoekt de patronen in loterijrijmpjes uit de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne Lage Landen, met een focus op de rijmpjes geschreven door vrouwen. Loterijen waren een populaire methode om geld op te halen, en de loterijrijmpjes, persoonlijke boodschappen die werden neergeschreven op de loten, zijn een waardevolle bron voor historici. We verzamelden meer dan 11,000 gedigitaliseerde korte teksten afkomstig van vijf loterijen die plaatsvonden tussen 1446 en 1606. In de analyse maakten we gebruik van GysBERT, een taalmodel voor historisch Nederlands, om kenmerkende discoursen voor mannelijke en vrouwelijke auteurs te identificeren. Hoewel GysBERTs resultaten ons op het spoor brachten van enkele interessante patronen, lieten ze ook zien dat de rijmpjes geschreven door mannen en vrouwen niet radicaal van elkaar verschillen. Dit is in lijn met inzichten uit de historiografie over vroegmoderne vrouwen, waarin wordt benadrukt dat vrouwen functioneerden binnen maatschappelijke, en in dit geval ook literaire, conventies. Soms werden deze conventies door vrouwen ondermijnd, soms aangepast, maar soms ook zonder verandering overgenomen. This article explores the patterns in lottery rhymes produced in the late medieval and early modern Low Countries, with a focus on the rhymes written by women. The lottery was a popular fundraising event in the Low Countries. Lottery rhymes, personal messages attached to the lottery tickets, provide a valuable source for historians. We collected more than 11,000 digitised short texts from five lotteries held between 1446 and 1606. We have used GysBERT, a language model of historical Dutch, to identify distinctively male and female discourses in the lottery rhymes corpus. Although the model pointed us to some interesting patterns, it also showed that lottery rhymes written by men and women do not radically differ from each other. This is consistent with insights from premodern women’s history which stresses that women worked within societal, and in this case literary, conventions, sometimes subverting them, sometimes adapting them, sometimes adopting them unchanged.