Journal of Social Intervention: Theory and Practice (Sep 2018)
Terug naar de burger. Op weg naar een koffieschenkende overheid
Abstract
De decentralisatieoperatie is formeel gereed. Veel burgers raken gewend aan de nieuwe gemeentelijke taken. Begrippen als “eigen kracht”, “burgerkracht” en “burgerparticipatie” duiken overal op. Maar doen die burgers wel echt mee? De massieve aanwezigheid van hulpverlening, al dan niet via gebiedsteams, wekt de indruk dat de overheid de mouwen opstroopt. Het geloof in de maakbaarheid van de samenleving wordt overal betwijfeld, maar de bemoeizucht van de overheid met ons persoonlijk leven neemt eerder toe dan af (Trommel, 2009). Een ambitie die reikt tot in de periferie van de samenleving, achter voordeuren en aan keukentafels, overal wil de overheid voorkomen dat mensen te veel eten, teveel roken, te veel drinken, elkaar slaan of dingen doen die de kosten opdrijven van de zorg in de toekomst. In april werd in Nieuwegein het jaarlijkse LCGW-congres gehouden over geluk en gezondheid. Het laatste was en is vanzelfsprekend een taak voor de overheid, zonder infectiepreventie, ongediertebestrijding, schoon drinkwater en schone lucht kunnen we niet gezond leven. Maar is geluk ook een gemeentelijke taak? Op het gemeentehuis leidt deze tomeloze ambitie intussen tot ongekende bestuurlijke drukte. Bestuurskundige Duco Bannink liet in zijn lezing zien dat samenwerking in het sociaal domein vaak moeizaam verloopt. Overheidsdienaren uit verschillende sectoren zijn het niet zomaar eens over de aard van problemen of over de aangewezen oplossing. Er zijn verschillende belangen en perspectieven die een soepele samenwerking in de weg staan. Bannink pleitte ervoor om niet koste wat kost toe te werken naar overbrugging van visies maar juist voor het erkennen van en omgaan met verschil. Hij liet zien dat een scheut ironie noodzakelijk is om beelden en belangen van elkaar te relativeren. In de workshop Terug naar de burger vertelde een ambtenaar uit de gemeente Groningen dat mensen uit verschillende disciplines, zoals juristen, kwaliteitsfunctionarissen, financieel specialisten, beleidsmensen en uitvoerders, elkaar zelfs binnen één en dezelfde sector vaak moeilijk verstaan. De lezing van Bannink vormde een kader voor de workshop die we zelf gaven en waar we hieronder verslag van doen. De workshop ging over de achtergrond van de bestuurlijke en ambtelijke drukte en draaide om de vraag hoe deze massieve overheidsbemoeienissen en overdaad aan hulpverlening begrepen kunnen worden en of er ook een uitweg denkbaar is uit deze overspannen ambitie.