MAB (Jun 2013)

Derivaten en risicomanagement

  • Martin Hoogendoorn

DOI
https://doi.org/10.5117/mab.87.17814
Journal volume & issue
Vol. 87, no. 6
pp. 236 – 238

Abstract

Read online Read online Read online

Eind januari 2012 schrok Nederland van de Vestia-affaire. Woningcorporatie Vestia, de grootste van Nederland, had te maken gekregen met grote tegenvallers in hun omvangrijke derivatenportefeuille. Discussies over en problemen met ingewikkelde derivaten waren, in elk geval in Nederland, toch vooral beperkt gebleven tot financiële instellingen. Niet-financiële instellingen hadden ook derivatencontracten afgesloten, maar dan toch vooral recht-toe recht-aan contracten, in het Engels wel aangeduid met de merkwaardige term ‘plain vanilla’, een term die naar verluidt is afgeleid van het eenvoudige vanille-ijsje, zonder ‘exotische’ toevoegingen. De derivatencontracten van niet-financiële instellingen betroffen vooral de afdekking van renterisico’s en valutarisico’s. De begrijpelijke wens van ondernemingen om een vaste rente te betalen en niet afhankelijk te zijn van fluctuaties in de renteontwikkelingen werd in het verleden gewoon gerealiseerd door een vastrentende lening van een bank te verkrijgen. Maar banken bieden tegenwoordig niet meer zo gemakkelijk vastrentende leningen aan en in plaats daarvan worden variabelrentende leningen in combinatie met een renteswap (ontvangen van een variabele rente en betalen van een vaste rente) afgesloten. Uit economisch gezichtspunt maakt dit feitelijk voor de kredietverkrijgende instelling niet uit: men blijft vaste rente betalen gedurende de looptijd van de lening.