Het EVRM en de bescherming van kwetsbare personen in het bestuursrecht

Abstract

Dit artikel bespreekt bestuurlijke kwetsbaarheid in het kader van grond- en mensenrechten. Dit rechtsgebied is bij uitstek bedoeld om personen in een kwetsbare positie ten opzichte van de overheid te beschermen. Zo beschouwd, zouden alle grondrechten betekenis kunnen hebben voor de positie van kwetsbare personen in het bestuursrecht. Dit artikel gaat in op de eisen die het EVRM stelt aan de overheid als het gaat om (kwetsbare) burgers, in het bijzonder ook burgers die in aanmerking willen komen voor bepaalde voorzieningen van de staat, zoals toegang tot de rechter, een vergunning, subsidie of uitkering. Dit artikel gaat in op een aantal punten: Stellen deze grondrechten extra eisen aan de overheid ten aanzien van deze groepen van personen? Of zijn er dan extra maatregelen nodig om de equality of arms in stand te houden? Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat de overschrijding van bezwaar en beroepstermijnen eerder moet worden geaccepteerd. Dienen burgers in complexe bestuursrechtelijke verplichte procesvertegenwoordiging te hebben? Kunnen er minder strenge eisen worden gesteld aan digitale bekendmaking van besluiten? Wat kan de eis van good governance die mede wordt ingelezen in artikel 1 Eerste Protocol EVRM (het eigendomsrecht) hier betekenen? Gelden er strengere eisen voor de verplichting van de overheid om burgers te informeren over bepaalde voorzieningen? In dit artikel zoomen wij eerst in op materiële grondrechten om vervolgens de mogelijke betekenis van procedurele grondrechten te verkennen. Het artikel bespreekt verschillende voorbeelden. Op deze wijze illustreren wij dat kwetsbaarheid van personen zich voordoet op talloze terreinen van het bestuursrecht. Abstract This article discusses administrative vulnerability in the context of fundamental and human rights protection, which specifically aims to protect individuals in vulnerable circumstances in relation to the government. This article examines the requirements set by the European Convention on Human Rights (ECHR) for governments regarding vulnerable citizens, particularly concerning access to justice, permits, subsidies, or benefits. The article addresses several critical points: Do these fundamental rights impose additional requirements on the government concerning these groups? Are extra measures required to maintain equality of arms? For instance, should going over objection and appeal deadlines be more readily accepted? Should citizens in complex administrative law cases be required to have mandatory legal representation? Can less stringent requirements be applied to the digital notification of decisions? What implications does the requirement of good governance, as interpreted in Article 1 of the First Protocol of the ECHR (the right to property), have in this context? Are there stricter obligations for the government to inform citizens about certain provisions? The article first focuses on substantive fundamental rights and then explores the potential significance of procedural fundamental rights. This article presents different examples to show that human vulnerability manifests itself across numerous areas of administrative law. Sleutelwoorden: Bestuursrecht; kwetsbare personen; grondrechtenbescherming

Keywords

• administrative law
• vulnerable persons
• fundamental rights