Journal of Social Intervention: Theory and Practice (Jun 2015)

Pleidooi voor een handelingsgerichte benadering van burgerschap

  • Vincent de Waal

DOI
https://doi.org/10.18352/jsi.443
Journal volume & issue
Vol. 24, no. 2
pp. 4 – 27

Abstract

Read online

An argument for a social-participative approach to citizenship. The development of values and meaningful communication in practices of citizenshipSocial professionals need to tack between a strong instrumental and moral concept of citizenship (“you will participate”, “self responsibility”) and the broader goal of local democratization. It is striking that the local-political dimension in pursuing active citizenship – linked with certain citizenship values – is currently a lower priority. Also, the competencies that can support more participation by citizens and a more democratic local society aren’t much appointed. Both issues are important for social professionals because it is here that they find the legitimacy for their actions. The promotion of active citizenship needs support from local government and the professionals involved. It is also important to map the knowledge of “what works” in professional guidance for active citizenship. Research shows that executive professionals and team leaders (middle managers) who work at the local level in the social sector, talk and think about active citizenship in terms that emphasize process-oriented approaches and the specific situations of action (De Waal, 2014). At the same time, they take account of the complexity of recent emphasis on the role of citizens. In the way that they conceive of greater involvement by citizens and the promotion of active citizenship, it is not so much the final destination that is important, but the road to that destination and the role that professionals can play. This methodical perspective on citizenship shows that team leaders and their teams mainly adopt a process-based approach to activating citizens. This shows a type of practice knowledge that invites a more theoretical argumentation.This article explores the literature on a more social-participative approach to active citizenship. In the literature, the development of citizenship is tied to the need to develop an understanding of the operational contexts that are important to both citizens and social professionals. We explore the relevant literature and look at various studies and scholars such as De Toqueville, Dewey, Putnam, Lichterman and Biesta. In this way, we also seek to highlight citizenship as a practice and offer a close-up look at the work of social professionals, as well as questioning more closely the developments that currently surround the promotion of active citizenship.We focus more closely on the importance of the organized relationships that make up a part of civil society. Here we look to Putnam’s social capital theory and the subsequent criticism that has been directed at it, particularly by Lichterman (based in part on De Tocqueville). In his study, Lichterman sketches a picture of citizens who are deployed instrumentally for all sorts of projects, so more as “assistants” than as “partners”. He stresses that his “social spiral argument” is about the meanings that people develop in the daily conversations conducted by these groups in relation to political and moral issues. Moreover, Lichterman states that professionals in particular may be expected to contribute to this field. By showing that existing citizens’ initiatives or forms of citizen involvement are not necessarily “desirable” or “good”, Lichterman (and Eliasoph) stress that any argument for “citizen power” will lack real meaning unless it is tied to qualitative criteria.Citizenship building in education relates to a discussion about the importance of gaining experience in real-life practices. For this, we sought a connection between the writings of Dewey, Biesta and De Winter, who place the citizenship practices of citizens at centre stage, and in which the communal “doing” takes priority as the foundation on which the development of citizenship values can take place. Dewey states that democracy relates not only to government or state planning, but also extends to all areas of life. He states that democracy is, above all, a way of living together that finds expression in involvement in social practices. Children learn particularly through meaningful practices, and this pedagogic principle is also applicable to the practices of citizens. Dewey’s conception of democracy is direct participation. It is open in nature, a way of life in which people become involved in all kind of experiences. In his transactional epistemology, Dewey seeks to transcend the difference or dualism between mind (the subjective individual) and world (the objective reality). According to him, there is no objective reality except for our actions, but we learn to understand reality better in and through our actions and reality subsequently reveals itself in a more meaningful and differentiated way. Dewey’s philosophy puts transactions which have taken place in the world at the centre. It is obvious that gaining experience, experimental learning and situations of trial and error are at the heart of his philosophy. Gaining and developing knowledge is closely linked with actions. Not actions in themselves but actions in constant interaction with reflection.The literature in this article shows that stimulating active citizenship is closely linked with the values at stake. Active citizenship cannot be borne out of an imposed morality but must be embedded in the daily routines and the involvement of citizens whereby “learning by doing” coincides with the development of meaningful practices. In this field, social professionals need to be able to support and facilitate these kinds of practices.Pleidooi voor een handelingsgerichte benadering van burgerschap. Over waardenontwikkeling en betekenisvolle communicatie in burgerschapspraktijkenIn dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden.We zoomen nader in op het belang van georganiseerde verbanden die deel uitmaken van de “civil society” en op de ontwikkeling en instandhouding van informele sociale netwerken. Vertrekpunt is hier de sociaal kapitaaltheorie van Putnam en de kritiek, die met name van de kant van Lichterman (mede gefundeerd op De Tocqueville), op zijn onderzoek is gekomen. Lichterman schetst in zijn onderzoek een beeld van burgers die instrumenteel worden ingezet in allerlei lokale projecten, meer als “helpers” dan als “partners”. Hij legt de nadruk op het proces van betekenisverlening, dat wil zeggen de dagelijkse gesprekken over politieke en morele kwesties die binnen deze groepen plaatsvinden en de wijze waarop relaties tussen burgers zich ontwikkelen. Lichterman stelt dat binnen de ontwikkeling van deze “social spiral” met name professionals een taak hebben om op dit terrein hun bijdrage te leveren. Burgerschapspraktijken zijn niet op voorhand wenselijk of goed, zo geeft hij aan, maar verdienen aangelegd te worden tegen kwalitatieve criteria.Ook binnen burgerschapsvorming in het onderwijs is de discussie aanwezig over het belang van het opdoen van ervaring binnen levensechte praktijken. Hierbij wordt teruggegrepen op Dewey. Dewey stelt de burgerschapspraktijken van burgers zelf centraal, waarin het gemeenschappelijke “doen” voorop staat als basis voor de ontwikkeling van burgerschapswaarden. Democratie is niet alleen een formele regeringsvorm of een staatsordening gebaseerd op representatieve democratie, maar strekt zich uit over alle levensterreinen. Het is in zijn ogen vooral een vorm van samenleven, die zich uitdrukt in deelname aan sociale praktijken. Daarmee legt hij, in wat hij verstaat onder democratie, het primaat bij het sociale in plaats van bij democratie als politiek concept (Berding, 1999). Kinderen leren niet of niet zozeer van overdrachtsituaties maar van actieve deelname binnen betekenisvolle praktijken. In de kern trekt Dewey ditzelfde pedagogische leerprincipe ook door naar burgerschapspraktijken. Het democratiebegrip van Dewey wordt niet beperkt tot de liberale representatieve democratie, maar gaat uit van het idee van democratie als directe participatie. Democratie is bij uitstek open van karakter, een “way of life” waarin mensen belangrijke ervaringen opdoen.De hier geschetste sociaalparticipatieve benadering van burgerschap maakt duidelijk dat de bevordering van actief burgerschap in sterke mate verbonden is – en dient te worden – met waarden die hierbij in het geding zijn. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.

Keywords